Nieuws

Arjen Broekstra: van de koopvaardij tot hoogovenexpert

Arjen’s carrière begon op de koopvaardij, waar hij enkele jaren voer over de wereldzeeën. “Ik was soms zes of zeven maanden van huis,” vertelt hij.
Toen onze oudste werd geboren, besloot ik te stoppen met varen.
Dat leven was prachtig, maar ik wilde meer thuis zijn.”

Hij had toen net zijn vervolgopleiding tot scheepswerktuigkundige B2 afgerond — een brede technische studie die hem kennis gaf van werktuigbouw, elektrotechniek en procestechniek.
“Die opleiding bleek later een gouden greep. Het maakte de overstap naar de industrie veel makkelijker.”

Kort daarna ging hij aan de slag bij Hoogovens (nu Tata Steel), waar hij begon als plaatsvervangend chef van de wacht bij de Cokesfabriek.
“Na acht jaar had ik behoefte aan iets nieuws en stapte ik over naar de Hoogovens, waar het ruwijzer wordt geproduceerd. Daar was ik elf jaar chef van de wacht van één van de vijf ploegen. Een intensieve, maar ontzettend leerzame periode.”

Na jaren in de ploegendienst maakte hij de overstap naar kantoorfuncties.
“Ik wilde me op een andere manier met mijn werk bezighouden,” vertelt hij. “Ik kreeg de kans om nieuwe operators op te leiden en later werkte ik als productiemanager, waar ik verantwoordelijk was voor onder meer de waterreiniging, het kolenmaalgebouw en de bedrijfsvoering vande ovens.”

 De laatste jaren van zijn carrière richtte Arjen zich op procesveiligheid en het begeleiden van jong talent.
“Dat vond ik misschien nog wel het mooiste deel: mensen stimuleren om hun capaciteiten te gebruiken en ze zien doorgroeien. Sommigen die ik ooit heb begeleid, zijn nu zelf leidinggevenden — dat maakt me echt trots.”

 
De charme van techniek

Hoewel zijn keuze voor techniek ooit meer toeval dan plan was, groeide zijn fascinatie met de jaren.
“Wat ik mooi vind, is het logisch nadenken — begrijpen hoe dingen werken. In de hoogovens gebeurt van alles in een reactorvat waar niemand in kan kijken. Je moet interpreteren, redeneren en vertrouwen op ervaring.”

Toch ligt zijn echte passie bij de mensen.
“De techniek blijft hetzelfde: een bout draai je linksom los en rechtsom vast. Maar met mensen werken is elke dag anders. Dat maakt het interessant. De samenwerking, de verschillen, het elkaar begrijpen — dat houdt het werk levendig.”

Zijn loopbaan bracht hem in contact met veel verschillende generaties technici — van jonge starters tot ervaren vakmensen.
Daarbij zag hij hoe belangrijk het is om kennis te delen én om te blijven leren, ongeacht leeftijd of functie.


Leren van en met elkaar

“Geef niet te snel op,” zegt Arjen. “Niet bij de eerste tegenslag afhaken, maar doorzetten. En werkplezier is minstens zo belangrijk als salaris. Als je elke dag met tegenzin naar je werk gaat, moet je iets veranderen. Werk moet energie geven, geen energie kosten.”

Hij merkt dat jongere generaties vaak sneller willen doorgroeien.
“Dat is begrijpelijk, maar soms gaat het te snel. Je leert het meest als je ergens even blijft, verantwoordelijkheid neemt en fouten mag maken.”


NOG ALTIJD IN BEWEGING

Hoewel Arjen inmiddels met pensioen is, blijft hij actief — zowel fysiek als mentaal.
“Ik fiets veel, drie keer per week als het weer het toelaat. Dit jaar zit ik al boven de zevenduizend kilometer,” vertelt hij trots. “Beweging houdt je fit, maar ook blijven werken houdt je scherp. Het contact met mensen, het nadenken over processen — dat geeft energie.”

Via BuildingCareers blijft hij betrokken bij technische projecten in de staalindustrie, met name in het buitenland.
“Ik doe het niet voor het geld, maar omdat ik het leuk vind. En ik kan nu zelf bepalen wanneer ik ja zeg tegen een project. Dat is een luxe positie.”


Leeftijd is geen beperking

Over leeftijdsdiscriminatie in de techniek is Arjen duidelijk:
“Leeftijd mag nooit doorslaggevend zijn. Kijk naar wat iemand kan bijdragen. Ervaring en betrouwbaarheid zijn minstens zo waardevol als jaren vooruitkijken. Oudere medewerkers melden zich vaak minder ziek dan jongeren en brengen rust in een team.”


De toekomst van staal

Als het gaat om de toekomst van de staalindustrie, is Arjen zowel realistisch als bezorgd.
“Er zijn terecht grote zorgen over klimaatverandering, en de conventionele staalindustrie speelt daar een grote rol in door de hoge CO
-uitstoot. Daarom staat het ontwikkelen van ‘groen staal’ hoog op de agenda,” legt hij uit.

Toch ziet hij dat de overgang naar duurzamere productie nog tijd zal kosten.
“De techniek om dit op dezelfde schaal mogelijk te maken als de traditionele hoogovenmethode is er nog niet. Het vraagt veel tijd, energie en vooral middelen. Veel bedrijven haken helaas af omdat ze niet kunnen concurreren met de bestaande kolengevoede productie.”

In andere delen van de wereld, zoals India en Oost-Azië, blijft de staalproductie juist groeien.
“Daar neemt de vraag toe door bevolkingsgroei en economische ontwikkeling — maar grotendeels nog op basis van de oude technologie. Dat levert wel weer interessante projecten op waar ik bij betrokken kan zijn, maar het helpt natuurlijk niet mee in het tegengaan van klimaatverandering. Dat is voor mij een dubbel gevoel.”

De toekomst van de industrie blijft voor hem dus onzeker.
“Er is nog weinig praktijkervaring met de productie van echt groen staal. Of dit uiteindelijk echt doorbreekt, weet ik niet. Maar ik hoop van harte van wel.”

De toekomst van staal mag dan onzeker zijn — maar vakmanschap en betrokkenheid blijven onmisbaar.

Ook werken aan uitdagende projecten in de techniek of procesindustrie?
Bekijk onze actuele vacatures of neem contact op met BuildingCareers voor een vrijblijvend gesprek.
> www.buildingcareers.nl/vacatures

Ook leuk om te lezen